-
1 iets gebruiken op het terras
iets gebruiken op het terrasconsommer qc. à la terrasse -
2 wilt u iets gebruiken?
wilt u iets gebruiken?voulez-vous prendre qc.? -
3 wilt u ook iets gebruiken?
wilt u ook iets gebruiken?can I get you anything?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wilt u ook iets gebruiken?
-
4 gebruiken
♦voorbeelden:1 de auto gebruikt veel brandstof • the car uses (up)/consumes a lot of fueleen geneesmiddel inwendig/uitwendig gebruiken • take/use a medicine internally; use/apply a medicament/medication externallyslaapmiddelen gebruiken • take sleeping pills/tabletszijn verstand gebruiken • use one's common sensevork en mes gebruiken • use a knife and forkdat kan ik net goed gebruiken • I could just use thatdat kan ik goed gebruiken • that comes in handyiets/iemand niet kunnen gebruiken • have no use for something/someone 〈 ook figuurlijk〉ik zou best wat extra geld kunnen gebruiken • I could do with some extra moneyzich gebruikt voelen • feel usediets/iemand weten te gebruiken • know how to use something/someonezijn tijd goed/slecht gebruiken • make good/bad use of one's time, put one's time to good/bad use2 gebruikt u suiker in de thee? • do you take sugar in your tea?wilt u ook iets gebruiken? • can I get you anything?1 [harddrugs innemen] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 be on/take drugs; 〈 overgankelijk werkwoord〉 be on, take -
5 gebruiken
2 [nuttigen] prendre♦voorbeelden:1 iemands hulp gebruiken • mettre qn. à contributiondeze kamer gebruiken we niet • nous n'utilisons pas cette pièceslaapmiddelen gebruiken • prendre des somnifèresik kan het goed gebruiken • cela me sera très utilede koopman vroeg ons of we niets konden gebruiken • le marchand nous demanda si nous n'avions besoin de rienzich voor alles laten gebruiken • se faire exploiterzich gebruikt voelen • se sentir exploitéhij weet zijn handen te gebruiken • il est très adroit de ses mainsiemand weten te gebruiken • exploiter les qualités de qn.dit woord wordt niet meer gebruikt • ce mot ne s'emploie plusgebruiken wat voor handen is • se débrouiller avec les moyens du bordgebruikt u suiker in de thee? • prenez-vous du sucre dans votre thé?wilt u iets gebruiken? • voulez-vous prendre qc.?iets gebruiken op het terras • consommer qc. à la terrasse1 [harddrugs innemen] se droguer -
6 iets als kapstok gebruiken
iets als kapstok gebruikense servir de qc. comme point de départ -
7 iets als kapstok gebruiken
iets als kapstok gebruikenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets als kapstok gebruiken
-
8 iets bereiken door kunstgrepen (te gebruiken)
iets bereiken door kunstgrepen (te gebruiken)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets bereiken door kunstgrepen (te gebruiken)
-
9 iets gemeenschappelijk gebruiken
iets gemeenschappelijk gebruikenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets gemeenschappelijk gebruiken
-
10 iets/iemand niet kunnen gebruiken
iets/iemand niet kunnen gebruikenhave no use for something/someone 〈 ook figuurlijk〉Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets/iemand niet kunnen gebruiken
-
11 iets/iemand weten te gebruiken
iets/iemand weten te gebruikenknow how to use something/someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets/iemand weten te gebruiken
-
12 iemand/iets als dekmantel gebruiken
iemand/iets als dekmantel gebruikenuse someone/something as a frontVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand/iets als dekmantel gebruiken
-
13 nehmen
nehmen2 (aan)nemen ⇒ aanvaarden, accepteren3 (ont)nemen, af-, wegnemen5 vragen, verlangen7 behandelen, omgaan met♦voorbeelden:1 Schaden nehmen • schade lijden, oplopenetwas in Arbeit nehmen • aan iets beginnen te werkenjemanden ins Verhör nehmen • iemand aan een verhoor onderwerpenetwas mit sich nehmen • iets meenemenKinder ins Haus, zu sich nehmen • kinderen bij zich (in huis) (op)nemenjemanden als Sekretär nehmen • iemand als secretaris in dienst nemen〈 informeel〉 einen nehmen • er eentje drinken, pakkenetwas zu sich nehmen • iets gebruiken, nuttigen5 hohe Preise nehmen • hoge prijzen vragen, berekenenim Ganzen genommen • alles bij elkaar genomenim Grunde genommen • eigenlijk〈 informeel〉 wie mans nimmt! • dat hangt er maar van af!¶ nehmen wir den Fall, dass … • gesteld dat …jemanden zu nehmen wissen • met iemand weten om te gaan〈 informeel〉 woher nehmen und nicht stehlen? • waar haal ik het geld vandaan? -
14 consommer
consommer [kõsommee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verbruiken ⇒ (op)gebruiken, eten2 voltooien ⇒ voleindigen, volvoeren♦voorbeelden:consommer sa ruine • zijn ondergang bezegelenv1) verbruiken2) gebruiken, verorberen, drinken3) voltooien, voleindigen4) begaan [misdaad, aanslag] -
15 cut back
afkappen, iets verminderen, iets reduceren, minder van iets gebruiken (bv: " Ik drink teveel koffie, ik besloot het te verminderen")cut back1 inkrimpen ⇒ besnoeien, bezuinigen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
16 user
user [uuzee]1 (iets) gebruiken ⇒ aanwenden, zich bedienen (van), gebruik maken (van)♦voorbeelden:1 user d' un droit • een recht uitoefenen, doen geldenuser de menaces • bedreigingen uiten, dreigenusez, n'abusez pas • doe alles met mateII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 verslijten ⇒ af-, uitslijten, uitslijpen3 verzwakken ⇒ ondermijnen, verminderen♦voorbeelden:2 user une pointe • een scherpe punt afstompen, stomp makenusé par l'âge • oud en versletenuser sa vue, ses yeux • zijn ogen bederven2 verminderen ⇒ afnemen, verzwakken♦voorbeelden:1. v1) gebruiken, aanwenden2) verbruiken3) verslijten4) verzwakken5) uitputten6) slijten, doorbrengen2. s'userv1) verslijten2) verminderen, verzwakken -
17 usage
usage [uuzaazĵ]〈m.〉1 gebruik ⇒ doeleinde, werking, nut2 gewoonte ⇒ gebruik, usance4 wellevendheid ⇒ welgemanierdheid ⇒ 〈 meervoud〉 beschaafde manieren ⇒ 〈 meervoud〉 goede omgangsvormen♦voorbeelden:faire (un) bon usage de son argent • zijn geld goed bestedenfaire un bon usage • lang meegaanfaire usage de qc. • gebruik van iets maken, iets gebruikenfaire de l'usage • lang meegaanmettre en usage • in gebruik stellen, invoerenperdre l'usage de la parole • de spraak verliezenà l'usage • in de praktijkà l'usage de qn. • ten behoeve van, voor iemandêtre d' un usage courant • veelvuldig gebruikt, toegepast wordenêtre encore en usage • nog steeds gebruikt worden, in gebruik zijn(être) hors d' usage • kapot, onbruikbaar, versleten (zijn), niet meer in gebruik, buiten gebruik (zijn), in onbruik geraakt (zijn)quel est l'usage de cet appareil? • waartoe dient dat apparaat?d' usage • gebruikelijk3 le bon usage (du français, du néerlandais) • het algemeen beschaafd (Frans, Nederlands)4 avoir l'usage du monde • beschaafde manieren hebben, een man, vrouw van de wereld zijn1. m2) nut3) gewoonte4) taalgebruik2. usagesm pl -
18 faire usage de qc.
faire usage de qc.gebruik van iets maken, iets gebruiken -
19 consommation
consommation [kõsommaasjõ]〈v.〉♦voorbeelden:droit de consommation • verbruiksbelasting, accijnsfaire une consommation d'essence énorme • een zeer hoog benzineverbruik hebbenjusqu'à la consommation des siècles • tot het einde der tijdenf1) verbruik2) consumptie, gebruik3) voltooiing, vervulling -
20 prendre une consommation
Dictionnaire français-néerlandais > prendre une consommation
См. также в других словарях:
Schüssel — 1. A scheni Schissel gibt scheni Scherbe. (Wien.) Schöne Mütter, schöne Kinder. 2. Aus Einer Schüssel können viele satt werden. 3. Aus hölzernen Schüsseln schmeckt das Essen auch. »Auss höltzern Schüsseln das essen schmeckt so wol, das man die… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon